Vrieskou, sneeuwval, stormweer,... Het zijn helaas bekende weersomstandigheden in België. Soms is het weer zo slecht, dat werken onmogelijk wordt voor mensen die buiten werken. Maar vanaf wanneer is het té slecht weer om te werken? En wat moet je in dat geval doen? Randstad vroeg meer uitleg aan advocaat Filip Tilleman.

arbeidsovereenkomst “bevriezen”

Is werken onmogelijk als rechtstreeks gevolg van de slechte weersomstandigheden, dan geldt dit voor de wetgever als overmacht. De uitvoering van de arbeidsovereenkomst wordt in dat geval als het ware “bevroren”. In deze uitzonderlijke situatie moet de werkgever geen werk verschaffen en dus ook geen loon betalen. De werknemer moet op zijn beurt uiteraard ook niet werken.

tijdelijke werkloosheid door slecht weer

Gelukkig vallen werknemers bij werkloosheid door slecht weer, niet zonder inkomsten. De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) kan bij tijdelijke werkloosheid door slecht weer werkloosheidsvergoedingen uitbetalen. Stel dat werken moeilijk maar wel nog mogelijk is, dan kan tijdelijke werkloosheid door slecht weer niet aangevraagd worden. Het is altijd de werkgever die deze inschatting moet maken. Net zoals bij economische werkloosheid geldt ook hier dat alleen arbeiders en uitzendarbeiders in aanmerking komen, geen bedienden.

formaliteiten voor de werkgever

Wil een werkgever dat zijn arbeiders bij slecht weer effectief werkloosheidsuitkeringen ontvangen, dan moet hij enkele formaliteiten vervullen:

    1. De werkgever moet zijn arbeiders tijdig verwittigen. Hoe die verwittiging moet gebeuren, ligt niet vast, maar ze moet in elk geval gebeuren voor de werknemer naar het werk vertrekt.
    2. De werkgever moet de RVA verwittigen met de namen van de betrokken werknemers, de plaats van tewerkstelling, de weersomstandigheden, de aard van het werk en de reden waarom in deze omstandigheden het onmogelijk is om te werken.
    3. De mededeling voor de RVA moet ofwel de eerste dag van de effectieve werkloosheid, ofwel de volgende werkdag gebeuren. Ofwel, als de werkgever met zekerheid weet dat de arbeider werkloos zal zijn, de werkdag die voorafgaat aan de eerste effectieve werkloosheidsdag.

geen recht

Was de arbeider niet of onvoldoende verwittigd of werd het slecht weer niet aanvaard als overmacht door de RVA, dan is er geen recht op werkloosheidsvergoedingen. In dat geval moet de werkgever het normale loon blijven betalen voor de eerste 7 dagen schorsing en het begrensde loon voor de rest van de maand.

de RVA aanvaardt wel

Verloopt alles volgens het boekje en aanvaardt de RVA de slechte weersomstandigheden als overmacht, dan hebben de arbeiders tijdens de eerste dagen recht op werkloosheidsvergoedingen die gelijk zijn aan zijn normale loon. Voor de periode nadien geldt er een maximumbedrag.

bewijs van tijdelijke werkloosheid

De werkgever moet elke arbeider die tijdelijk werkloos is wegens slecht weer, een bewijs van tijdelijke werkloosheid geven (formulier C.3.2.A). De arbeiders zijn verplicht om dit formulier bij zich te houden tijdens de volledige periode van schorsing wegens slecht weer. Wanneer de schorsing wegens slecht weer één maand overschrijdt, krijgt de werknemer het recht om zijn arbeidsovereenkomst met het bedrijf te beëindigen, zonder dat hiervoor een opzeggingsvergoeding of opzeggingstermijn nodig is. De wetgever wil de werknemer op die manier de mogelijkheid geven om alsnog een betere situatie te vinden.

Slecht weer kan voor arbeiders een reden zijn voor tijdelijke werkloosheid. Als de werkgever de juiste procedures volgt, kan hij werkloosheidsvergoedingen krijgen voor zijn arbeiders tijdens deze periode.

Meer weten over de arbeidsrechtelijke aspecten van tijdelijke werkloosheid door slecht weer, overmacht, staking, sluiting,...?

Randstad vroeg advocaat Filip Tilleman meer uitleg over de gevolgen van schorsing van het werk door slecht weer. Tilleman is de auteur van De Randstad Werkpocket: alles wat werkgevers en werknemers moeten weten over de wet- en regelgeving op de Belgische arbeidsmarkt.