herman-nijns
herman-nijns

2021 was een buitengewoon jaar voor Randstad.

Het bedrijf had een impact op het professionele leven van meer dan 190.000 mensen. Dat zijn recordcijfers. Bovendien werd met Hudson op het einde van het jaar nog een opgemerkte overname gedaan. Ondanks die inspanningen blijft de structurele schaarste op de arbeidsmarkt ook in 2022 een van de voornaamste uitdagingen waar Randstad mee een antwoord moet op vinden. CEO Herman Nijns legt uit. 

Randstad bereikte vorig jaar een groei van ongeveer 15% over alle afdelingen, enkel de outplacement-afdeling bleef wat onder de verwachtingen, net omdat de economie zich vorig jaar sterk kon herstellen na de pandemie. “Zelfs de bedrijven waren verrast door dat snelle herstel”, zegt Nijns. “En net daarom dat ze graag gebruikmaakten van de flexibiliteit van onze producten. Ook de diversiteit van ons aanbod was een groeimotor. Vroeger deden we alleen tijdelijk werk. Vandaag komt een kwart van onze omzet uit HR-oplossingen, vooral om tekorten op de arbeidsmarkt op te vangen. We hebben bijvoorbeeld uitgebreide expertise en consultancy om bedrijven bij te staan in core competenties als IT, engineering, life sciences en finance. Bovendien dekken we sinds kort ook de hogere echelons van de arbeidsmarkt af met het recent overgenomen Hudson.”

instroom, retentie en uitstroom

De overname heeft er mee voor gezorgd dat Randstad nu marktleider is in de drie grote dienstverleningsconcepten: uitzendarbeid, rekrutering en outplacement. Nijns: “Het is onze bedoeling om bedrijven een zeer breed begeleidingspakket aan te bieden in alle segmenten van talent management, zowel bij de instroom, de retentie en het ontwikkelen van talent als ook bij de uitstroom, wanneer van mensen afscheid wordt genomen. Als een soort one stop shop, ja. Aan de kant van de instroom is de rekruteringsvijver almaar kleiner aan het worden. Wij moeten ons daar aan aanpassen. We geven bijvoorbeeld zelf opleidingen aan jobkandidaten, vorig jaar was dat goed voor in totaal zowat 11.000 opleidingsdagen. Dat gaat onder meer over digitale skills, maar ook over puur praktische vaardigheden, zoals bijvoorbeeld het rijden met een vorkheftruck of werken in een warehouse. En dat werkt: 85% van de cursisten vindt snel een baan.”

Dat soort initiatieven is nodig omdat de tekorten op de arbeidsmarkt stilaan gigantisch aan het worden zijn, zegt Nijns. “Als er honderd mensen de arbeidsmarkt verlaten, worden vandaag maar 80 jobs weer ingevuld, omwille van de vergrijzing. We moeten dus ook meer kijken naar de arbeidsreserve: langdurig zieken, vrouwelijke allochtonen, 65-plussers. Randstad heeft bijvoorbeeld ook al programma’s opgezet waarbij we politieke vluchtelingen begeleiden in de richting van een baan. Zelfs als ze enkel Engels spreken. Voor almaar minder bedrijfsleiders is dat een bezwaar.”

inactieven activeren

Om af te sluiten: de arbeidsdeal die de regering recent goedkeurde. Door meer aandacht voor onder meer flexibiliteit, avondwerk en de vierdagenweek, moet die de activeringsgraad van de Belgen opkrikken van iets meer dan 70% vandaag naar 80% in 2030. Gaat dat lukken? “Ik denk dat met wat vandaag goedgekeurd is, we die 80% niet gaan halen”, zegt Nijns.

“Er zitten zeker goede punten in de arbeidsdeal, zoals bijvoorbeeld het transitietraject dat mensen al in hun opzegperiode zo snel mogelijk weer aan een baan wil helpen. Maar de arbeidsdeal focust te veel op mensen die al een baan hebben. Ik mis maatregelen voor mensen die nu nog buiten de arbeidsmarkt vallen. De inactieven worden nog te weinig geactiveerd. Een meer gecoördineerd beleid tussen Vlaanderen en de federale regering rond sociale zekerheid, werkloosheidsvergoedingen en langdurig zieken én een efficiëntere VDAB kunnen daar zeker nog toe bijdragen.”