houtbewerker
houtbewerker

interesse in de sociale verkiezingen het hoogste bij jongere medewerkers.

De positie van de vakbond in de bedrijven blijft ijzersterk. Een kleine meerderheid (55%) van de werknemers voelt zich zelfs sterk betrokken bij de vakbond in het bedrijf. Bijna op alle aspecten ging de perceptie van de vakbond erop vooruit. Het wederzijds respect tussen vakbond en management is volgens de werknemers licht toegenomen (72 % vs. 68%). Dat blijkt uit de vierjaarlijkse studie van hr-dienstverlener Randstad naar de participatiemogelijkheden van werknemers op de werkvloer naar aanleiding van de sociale verkiezingen. 

Het aandeel werknemers dat stelt dat vakbonden het vertrouwen hebben van de werknemers, bedraagt 72% en op bijna alle aspecten ging de perceptie van de vakbond erop vooruit. Het wederzijds respect tussen vakbond en management is volgens de werknemers licht toegenomen (72 % vs. 68%). Iets minder dan de helft (45%) is van mening dat management en vakbond veel ruzie maken en 66% is van mening dat er veel overleg is tussen management en vakbond. 

Arbeiders zijn, zoals steeds, duidelijk het meest positief t.a.v. de vakbonden. De quote ‘werknemers voelen zich sterk betrokken bij de vakbond in uw bedrijf’ bijvoorbeeld haalt bij hen een positieve score van 69%. Het algemeen gemiddelde bedraagt 55%. Kaderleden staan, zoals verwacht, iets minder positief ten opzichte van de vakbonden maar de scores blijven meestal positief. Zij onderschrijven, in tegenstelling tot de arbeiders, de these helemaal niet dat werknemers zich sterk betrokken voelen bij de vakbond (42%). Kaderleden onderschrijven wel nog steeds met een redelijke meerderheid dat er veel respect is tussen management en vakbond, maar het cijfer ligt duidelijk onder het gemiddelde (67% versus 72%). Daartegenover staat dan weer dat 40% het eens is dat management en vakbonden veel ruzie maken. Dat is een daling van 4 pp. ten opzichte van 2020. 

quote icon

Sinds 2004 stellen we vast dat de vakbonden beschikken over een groot draagvlak in de bedrijven en, in tegenstelling tot een breed gedragen perceptie, is er geen enkel teken dat erop wijst dat dit afneemt. Die vaststelling kunnen we ook in 2024 maken. De positie van de vakbond in de bedrijven blijft ijzersterk. Ze weten wat leeft bij de mensen, stellen realistische eisen en genieten het vertrouwen van de werknemers.

Wim Van der Linden
woordvoerder bij Randstad

stijgend aantal vragen rond te hoge werkdruk aan syndicale delegatie.

33% van de respondenten geeft aan het afgelopen jaar een vraag of probleem te hebben voorgelegd aan de plaatselijke delegatie. Dit cijfer blijft relatief stabiel ten opzichte van vorige metingen. Bij arbeiders ligt dat percentage een stuk hoger. Hier gaat het om bijna de helft van de arbeiders (45%). Anciënniteit en bedrijfsgrootte hebben relatief weinig impact op de mate waarin medewerkers de syndicale afvaardiging contacteren met problemen. 

We stellen vast dat anno 2024, vragen rond loon en premies nog steeds van belang zijn, maar dat vragen rond een stijgende werkdruk werknemers steeds meer bezighouden. Het meest voorkomende onderwerp in vragen gericht aan de syndicale afvaardiging was een te hoge werkdruk. Vragen rond loon en premies vervolledigen de top 3. 

interesse in de sociale verkiezingen het hoogste bij jongere medewerkers.

Zes op tien werknemers (61%) zou gaan stemmen voor de sociale verkiezingen, indien men de mogelijkheid hiertoe krijgt. Kaderleden willen bij benadering net zoveel gaan stemmen als arbeiders (68%). Het aantal bedienden ligt 10 pp. lager.

Iets meer dan de helft van de werknemers heeft interesse in sociale verkiezingen (53%). Dat is quasi stabiel met de voorbije edities (55% in 2020 en 53% in 2016). Bij vakbondsleden bedraagt dit zelfs 71%. Bij niet-leden 48%. Indien enkel wordt gekeken naar de resultaten van werknemers bij bedrijven waar sociale verkiezingen georganiseerd worden, toont zelfs 65% interesse in de verkiezingen. Bij bedrijven waar geen sociale verkiezingen georganiseerd worden, blijft het aandeel werknemers dat interesse toont vrij constant (44%). 

Opvallend is dat de interesse in de sociale verkiezingen het hoogst ligt bij de jongere medewerkers van 18 tot 24 jaar (62%). 

extra sociale bescherming kandidaten wordt niet in vraag gesteld. 

53% van de werknemers geeft aan te denken dat kandidaten voor de OR dit enkel doen om te genieten van de extra sociale bescherming. Dit resultaat is een afname van 4 pp. ten opzichte van 2020. Deze perceptie heerst het sterkst bij 18-24-jarigen (65%) en arbeiders (60%). Dit betekent niet dat de extra bescherming zelf in vraag wordt gesteld.

81% van de bevraagde werknemers is van mening dat de belangenvertegenwoordigers wettelijk beschermd moeten worden. Dit aandeel steeg duidelijk over de jaren heen. In 2012 was dat 70%.