sociale_verkiezingen
sociale_verkiezingen

Hoewel de volgende sociale verkiezingen pas plaatsvinden in 2024, gaat de procedure dit jaar al van start en stellen werkgevers het bijhorende strategische denkwerk best niet te lang uit. Advocaat Olivier Wouters (Claeys & Engels), een van de sprekers op de themavoormiddagen die Randstad recent over deze wetgeving organiseerde, gaat samen met ons door de voornaamste kernbegrippen en aandachtspunten.

 

welke ondernemingen moeten sociale verkiezingen organiseren?

Olivier Wouters: “Dat hangt in de eerste plaats af van het aantal tewerkgestelde personen: elke onderneming in België met minstens 50 werknemers moet om de vier jaar sociale verkiezingen organiseren voor de oprichting van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk, het CPBW. Vanaf 100 werknemers komen daar ook nog eens de verkiezingen voor een ondernemingsraad bij.” 

“Met dat aantal werknemers is een specifieke telling gemoeid. In dat licht heeft de wetgever een belangrijk begrip ingevoerd, namelijk de technische bedrijfseenheid. Daaruit volgt namelijk het aantal werknemers, het aantal organen dat de onderneming moet oprichten en het aantal mandaten, kandidaten en werknemersafgevaardigden.” 

de afbakening van die technische bedrijfseenheid of TBE is dus essentieel in dit verhaal?

Olivier Wouters: “Inderdaad, maar eigenlijk bestaat er op zich geen wettelijke definitie. Het gaat volgens de rechtspraak om een op basis van economische en sociale criteria begrensd geheel, waarbij in geval van twijfel de sociale elementen primeren. Bij een bedrijf dat zich enkel op één locatie bevindt, valt de TBE simpelweg samen met dat adres. Een over verschillende locaties verspreide vennootschap, zoals bijvoorbeeld een winkelketen of een bedrijf met aparte afdelingen, kan mogelijk meerdere technische bedrijfseenheden tellen: dan is het de vraag of die entiteiten voldoende economisch en sociaal autonoom zijn om als aparte eenheden beschouwd te worden. Bovendien kan een TBE ook bestaan uit meerdere vennootschappen. Hoe meer gecentraliseerd je personeelsbeleid, hoe minder sprake van autonome eenheden.” 

“We zien dat werkgevers of vakbonden soms vragende partij zijn om de TBE anders af te bakenen voor het CPBW dan voor de ondernemingsraad. Het CPBW focust op veiligheidsrisico’s en welzijn en staat op die manier dicht bij de specifieke werkvloer, terwijl dat tweede orgaan eerder rond de toegang tot economische en financiële informatie draait en één gecentraliseerde TBE net interessant maakt.” 



hoe verloopt de procedure voor de werknemerstelling precies?

Olivier Wouters: “Die telling is bijzonder omdat je moet kijken naar de gewoonlijk gemiddelde tewerkstelling over een bepaalde referteperiode. Voor de vaste werknemers met een arbeids- of leercontract is dat de periode die al sinds 1 oktober 2022 aan de gang is en loopt tot 30 september van dit jaar. Voor uitzendkrachten is er een aparte telling, waarbij de gemiddelde tewerkstelling in het tweede kwartaal van 2023 geldt maar je vervangers van iemand met een geschorste arbeidsovereenkomst niet meerekent. Deeltijdse werkkrachten tellen als een volle eenheid mee als ze minstens 75 procent van een voltijds uurrooster invullen, en anders voor een halve.” 

“Dankzij deze tellingsprocedure weet een werkgever op 30 september 2023 of de werknemersdrempel overschreden wordt en of de onderneming de procedure van de sociale verkiezingen moet opstarten in december 2023.” 



ook de begrippen leidinggevend personeel en kaderpersoneel spelen een rol in dit verhaal: op welke manier?

Olivier Wouters: “Dat zijn cruciale termen. Met het oog op de kwaliteit van het sociaal overleg is het belangrijk dat een werkgever nadenkt over wie tot het leidinggevend personeel behoort, want dit zijn de mensen die de werkgever zullen vertegenwoordigen in de sociale organen. Die oefening is momenteel volop bezig. De wetgever beperkt het leidinggevend personeel tot de twee hoogste niveaus in de TBE. Op het hoogste niveau hoeven het niet per se werknemers te zijn, maar ze moeten belast zijn met het dagelijks bestuur en moeten de werkgever kunnen vertegenwoordiger en verbinden. Op het niveau daaronder moet het gaan om werknemers die een stukje dagelijks bestuur in handen hebben. Deze mensen hebben geen stemrecht en mogen zich niet kandidaat stellen, vandaar de restrictieve definitie van de wetgever.”  



“Het begrip kaderlid is enkel relevant voor de ondernemingsraad, waarvoor aparte vertegenwoordigers van de kaderleden kunnen worden verkozen. De wet is bewust een beetje vaag over de definitie zodat het bedrijf rekening kan houden met de realiteit op het terrein. Het gaat om een officieus derde niveau: een kaderlid is bijvoorbeeld een ploegbaas die mensen aanstuurt, of een doorgaans vrij autonoom iemand in de R&D-afdeling.”



wat moeten we weten over het aantal mandaten en kandidaten?

Olivier Wouters: “Het aantal mandaten varieert in functie van het aantal werknemers in de TBE en bedraagt minstens vier stuks. Een TBE met 101 tot 500 werknemers heeft bijvoorbeeld zes effectieve plaatsen en zes plaatsvervangers in de ondernemingsraad. Aangezien de drie vakbonden in theorie twaalf kandidaten mogen voordragen, kan je in extreme gevallen een lijst met heel wat gegadigden hebben. En dan moet ook de oefening voor het CPBW nog gemaakt worden, al zijn de organen bij veel ondernemingen wel samengesteld uit mensen met twee petten.”



kan je als werkgever een kandidatuur betwisten?

Olivier Wouters: “De werkgever moet bij het ontvangen van de lijsten in maart 2024 eerst controleren of elke kandidaat aan de objectieve verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet. Concreet dient een kandidaat over een arbeidsovereenkomst te beschikken, tussen 18 en 65 jaar oud te zijn en een zekere anciënniteit als werknemer te hebben, meer bepaald een tewerkstelling van zes maanden voorafgaand aan de verkiezingsdag of negen maanden in het jaar ervoor.”



“Kandidaturen kan je als werkgever eveneens betwisten om een andere reden. Zo kunnen werkgevers stellen dat een persoon al jarenlang afwezig is, iets op de kerfstok heeft, slecht presteert of zich louter op de lijst wil zetten met het oog op de ontslagbescherming. Bepaalde rechtbanken volgen die argumentatie en zeggen bijvoorbeeld dat langdurig afwezigen nog weinig voeling hebben met de werkvloer en eigenlijk spookafgevaardigden zullen zijn. Rechtsmisbruik kent echter een zware bewijslast en dus gebeurt het betwisten van een kandidatuur met wisselend succes.”



die ontslagbescherming is dus meer dan een detail? 

Olivier Wouters: “De ontslagbescherming verbiedt een ontslag zonder erkende dringende of economische reden. Op die manier wordt bescherming geboden aan de werknemers die bepaalde zaken willen aankaarten bij de werkgever. Er staan zware sancties op, die afhankelijk van het aantal dienstjaren kunnen gaan van twee tot acht jaar loon. Om echt een afschrikkingseffect te creëren, gaat het natuurlijk met opzet om zulke draconische sancties.”



“Voor werkgevers is het belangrijk om te weten dat die beschermingsperiode begint te lopen vóór de kandidaten bekend zijn. Die occulte beschermingsperiode begint midden januari 2024, terwijl de kandidatenlijsten pas 65 dagen later op de proppen komen. Door zo’n retroactieve bescherming in te bouwen, voorkomt de wetgever dat kandidaten nog snel ontslagen worden. Werkgevers doen er dus goed aan om na 31 december 2023 voorzichtig te zijn, want iemand die je in februari ontslaat, kan in maart opduiken als kandidaat en de beschermingsvergoeding claimen.”



kan je ons tot slot nog even door de grote lijnen van de procedure fietsen?

Olivier Wouters: “De verkiezingen zelf vinden plaatsen op een datum tussen 13 en 26 mei 2024, en op basis daarvan kan je heel de kalender bepalen met de start van de procedure 150 dagen ervoor. De echte kick-off is dus in december 2023, wanneer gemeld wordt hoe de technische bedrijfseenheden en de lijsten van leidinggevenden en kaderpersoneel eruitzien. Dan begint de echte voorbereiding op de verkiezingen.”

“In de periode tussen februari en mei worden de kandidaten- en kiezerslijsten samengesteld en eventueel betwist. Kiesrecht is er voor alle werknemers met minstens drie maanden anciënniteit. Het stemrecht van uitzendkrachten, die zich zelf niet kandidaat mogen stellen bij de gebruiker, moet nog definitief bij wet worden vastgelegd: allicht zal het gaan om een ondergrens van 32 arbeidsdagen, met of zonder onderbreking, tussen 1 november 2023 en 31 januari 2024. Daarnaast worden ook de stembureaus samengesteld en de kiezers opgeroepen. De verkiezingsdag in mei is vervolgens het moment suprême, en nadien zijn er nog enkele formaliteiten zoals het aanplakken van de uitslag en de installatie van de nieuw samengestelde organen.” 

 

Benieuwd naar alle details over de strategische voorbereiding voor de sociale verkiezingen 2024?

 

voorbereiding sociale verkiezen 2024.

presentatie downloaden